Sint Martinuskerk - Cuijk


 
 
 

Geschiedenis

Cuijk bezit een markant silhouet met drie torens: één van het vorige en twee van het huidige kerkgebouw. De sacristie van de huidige kerk werd namelijk tegen de toren aangebouwd die overbleef van de gotische pseudobasiliek uit de periode 1485-1520. Deze oude toren is in het bezit van de gemeente en herbergt sinds 1991 het oudheidkundig museum Ceuclum. De bouw van de nieuwe kerk in neogotische stijl begon in 1911; zij werd op 11 november 1912 in gebruik genomen en de kerkwijding was op 1 mei 1916. Zij is ontworpen door architect C. Franssen uit Roermond. Van 2008 tot 2011 is er een restauratie uitgevoerd aan de kerk.
 
Uit het feit, dat Martinus patroonheilige werd, mag men afleiden. dat de parochie al in de 9de eeuw werd opgericht. Rond het jaar 1000 werd het dekenaat Cuijk gesticht. Het eerste kerkgebouw verrees op de meest strategische plaats van Cuijk: het rivierduin langs de Maas. Hier hadden ook het Romeinse castellum en het kasteel van de Heren van Cuijk gestaan. Deze kerk was opgetrokken uit hout en werd in 1132 verwoest tijdens een strijd tussen de toenmalige Heer van Cuijk Herman en de Graaf van Holland Dirk VI. In 1136 kwam hiervoor in de plaats een Romaanse pijlerbasiliek. Deze brandde in 1480 af tijdens een oorlog tussen Brabant en Gelre, waarna de al genoemde gotische pseudobasiliek werd gebouwd. Na de vrede van Munster in 1648 kwam deze kerk in handen van de protestanten. De Franse bezetting in 1795 zorgde echter voor gelijkheid van godsdienst en bij wet werd geregeld dat de bezittingen van de voormalige staatskerken naar evenredigheid verdeeld moesten worden onder de plaatselijke kerkgenootschappen. In 1799 kregen de katholieken zo hun kerk weer in bezit.
 
 

Het hoofdaltaar

Het monumentale hoofdaltaar is in de jaren 1891 tot 1909 op eigen initiatief ontworpen door de Bossche beeldhouwer Hendrik van der Geld (1838-1914). Hij presenteerde zijn werk als 'Triptique'. In 1913 was het te zien op de Bossche Tentoonstelling van Kerkelijke Kunst en in hetzelfde jaar kreeg Van der Geld op de Wereldtentoonstelling in Gent het 'Diplome de Grand Prix' en een bronzen medaille. Het hoofdaltaar is een groot drieluik hoogaltaar, ontworpen in de Vlaams-gotische stijl van de Iaat vijftiende eeuw. Het is uitgevoerd in eikenhout, In het houtsnijwerk zijn met veel gevoel voor schoonheid tweehonderd figuren afgebeeld. Er zijn bijvoorbeeld elf grote taferelen te zien uit het leven en van het lijden en sterven van Christus. Ook zijn vierentwintig kleine taferelen uit de Heilige Boeken van het Oude Verbond afgebeeld die, als symbolische voorafbeelding, betrekking hebben op de hoofdtaferelen van het Nieuwe Verbond. In het altaar bevindt zich een gesloten, ijzeren tabernakelkast en op de deur daarvan is Christus met de discipelen van Emmaüs afgebeeld, in koper gedreven en verguld. De twee zijaltaren zijn eveneens afkomstig uit het atelier van Van der Geld.

 

De wandschilderingen

De kleurige wandschilderingen dateren uit de periode 1933 -1935 en zijn ontworpen in het atelier van H. Mengelberg. Behalve de kruiswegstaties die op de zijwanden zijn aangebracht, zijn er op de achterwand, op het koor en hoog langs de wanden vele voorstellingen te zien van figuren uit het Oude en Nieuwe Testament en de kerkgeschiedenis: aartsvaders, profeten en pausen. De uitvoerder van de schilderingen, J. Wilbrink, liet voor zijn afbeeldingen bij de bouw betrokken personen model staan. De man met de bril, bijvoorbeeld, is de toenmalige pastoor A. Sengers (St.-Gregorius) en architect C. Franssen is afgebeeld met de kerk in zijn handen (St.-Hiëronymus).

 

Het severijn-orgel

Het schitterende orgel op het oksaal aan de westzijde van de kerk werd niet voor de Sint Martinuskerk gemaakt. Het instrument dateert uit de zeventiende eeuw en mag met recht een monument van internationale betekenis genoemd worden. Het is afkomstig uit Luik en werd hoogstwaarschijnlijk gebouwd door Andries Severijn.
 
Misschien is het Cuijkse orgel door Severijn gemaakt voor de benedictijner abdij van Saint-Laurent in Luik. Omdat de tooninscripties en de pijpfactuur zo duidelijk Severijns hand verraden, kan hij als maker van het instrument worden beschouwd. Als het Cuijkse instrument uit de kerk van Saint-Laurent afkomstig is, is het waarschijnlijk vóór 1650 gebouwd.

 

De kerkportalen

Bij de laatste restauratie van de kerk is de doopkapel weer op de oorspronkelijke plaats in het portaal van de zuidertoren in gebruik genomen. Hierbij zijn weer de originele schilderingen zichtbaar gemaakt.

In het portaal van de noordertoren zijn wandborden aangebracht met daarop de namen van pastoors die in de loop der eeuwen in de Martinusparochie hebben dienst gedaan. Zij flankeren het kruisbeeld van Jac Maris, dat in 1957 door de parochie aan de gemeente Cuijk was geschonken bij de opening van het nieuwe gemeentehuis.

 

De kerk in 360 graden

Wilt u de kerk eens digitaalbezoeken, http://www.bisdomdenbosch.nl/Paginas/360.aspx?PanID=62

 

 

 


Reserveer uw plaats


Handige links

livestream