Al meer dan een jaar voeren Rusland en Oekraïne een wrede oorlog. Het
geweld van de Russen zaait veel verwoesting. Talloze burgers en nog
meer soldaten aan beide zijden van het front zijn gestorven. Het geweld
is des te meer tragisch omdat de grote meerderheid in beide landen
orthodoxe christenen zijn. Geopolitieke redenen zijn doorslaggevend voor
de Russische aanval maar wij kunnen de betekenis van het geloof niet
uitvlakken. De nauwe samenwerking tussen de patriarch en president
Poetin vormt daar een bewijs van. Tegen die achtergrond moeten wij,
helaas, spreken van religieus geweld. Iets dergelijks zien wij ook in
het Heilig Land. De laatste maanden worden de tegenstellingen tussen
Joden en Palestijnen weer scherper. Ook in dit conflict spelen
godsdienstige motieven een belangrijke rol.
Religieus geweld
In onze dagen denken veel mensen bij religieus geweld primair
aan de Islam. Je kunt verdedigen dat op dit moment in de moslimwereld
een burgeroorlog woedt tussen soennieten en sjiieten. Maar ook
christenen hebben helaas een uitermate gewelddadig verleden. Wij hebben
immers broeders en zusters in het geloof gehaat en vermoord. Katholieken
hebben vanaf de zestiende eeuw lutheranen en calvinisten vermoord. En
omgekeerd hebben calvinisten katholieken het leven genomen. Voor dit
duistere verleden voelen veel christenen terecht ongemak, schaamte en
schuld.
Geweldloos
Binnen de christelijke gemeenschap zien wij gelukkig in de
laatste eeuw een heilzame omslag. Er kwam meer en meer ruimte voor
zelfkritiek en zuivering van opvattingen. Een en ander is niet te
begrijpen zonder de gruwelen van de Eerste en de Tweede Wereldoorlog.
Je zou kunnen zeggen dat christenen zich hebben bekeerd. Meer en meer
zijn wij gaan beseffen dat wij God niet voor ons gewelddadige karretje
mogen spannen. Verreweg de meesten van hen erkennen principieel
gewetensvrijheid en godsdienstvrijheid. Niet langer staat het recht van
de waarheid centraal maar de waardigheid van de mens. Voor een christen
blijft Christus natuurlijk de waarheid en de unieke weg naar de Vader.
En ieder mens heeft de opdracht om deze waarheid te zoeken. Maar
tegelijkertijd kan dat alleen in volle vrijheid en zonder dwang. Geloven
kan alleen als vrij antwoord op Gods roepstem. Dat impliceert dat onze
missionaire opdracht principieel geweldloos moet zijn. Onze God heeft
geen menselijk geweld nodig. Juist leerlingen van Jezus zouden dat
serieus moeten nemen. Christus heeft immers tijdens zijn aardse bestaan
geen leven genomen maar zijn eigen leven gegeven. Hij is met ons
solidair tot in de dood. Broedermoord is dan ook uit den boze.
Waardigheid
Wij mogen dankbaar zijn voor zowel de oecumenische beweging als
voor de interreligieuze dialoog die in de afgelopen honderd jaar op
gang is gekomen. Christenen spreken eerst over wat hen verbindt en pas
daarna waarover nog verdeeldheid bestaat. Daarover kan worden gesproken
op het scherpst van de snede. Het geding om de waarheid is dat immers
zeker waard. Maar tegelijk ook altijd met respect voor de waardigheid
van alle gesprekspartners. Wat geldt voor het interne christelijke
gesprek zou ook moeten gelden voor de dialoog met andersgelovigen. Een
christen hoopt dat zoveel mogelijk mensen Christus leren kennen. In die
zin gaan dialoog en missionaire inzet samen. Maar het is goed te
beseffen dat wij het geloof alleen maar kunnen voorleggen en aanbieden.
Ons getuigenis moet Gods Geest zelf in het hart van de ander vruchtbaar
maken. Wij mogen enthousiast zijn over ons geloof maar nooit fanatiek.
Ieder mens, met welke levensovertuiging dan ook, is een uniek schepsel
van God en tegen die achtergrond een broeder en een zuster. Religieus
geweld behoort binnen het wereldchristendom en in de verhouding met
andersgelovigen dan ook hopelijk steeds meer tot het verleden.
Mgr. dr. Gerard de Korte is bisschop van ’s-Hertogenbosch en
referent voor Kerk en samenleving binnen de Nederlandse bisschoppenconferentie.