OP WEG NAAR CARNAVAL EN DE VEERTIGDAGENTIJD
Dit jaar vieren wij al vroeg carnaval en dus ook
Aswoensdag. Woensdag 14 februari begint de Veertigdagentijd op weg naar
het Paasfeest. Als bisschop heb ik rond het carnaval in ’s-Hertogenbosch
standaard twee activiteiten. Op carnavalsmaandag ontvang ik in het
bisschophuis de Prins en zijn gevolg. Met koffie en thee maar ook met
worstenbroodjes, sigaren en brandewijn. Voor één keer mogen de gasten
zelfs in huis roken. De band tussen Kerk en carnaval is niet altijd
hartelijk geweest. Er was een tijd dat alle nadruk lag op de gevaren van
carnaval, zoals overmatig alcoholgebruik en seksuele uitspattingen. Die
gevaren zijn er overigens nog steeds maar vandaag krijgen de positieve
kanten van het feest alle accent zoals broeder- en zusterschap en de
onderlinge verbondenheid. Naast de ontmoeting met Prins Carnaval, bezoek
ik ook het Oetelconcert. Dit jaar wordt dit concert weer in het Theater
aan de Parade gehouden. In het volledig vernieuwde theater mogen wij
gaan genieten van een concert waarbij klassieke en carnavalsmuziek
worden vermengd.
Aswoensdag
Na de uitbundigheid van carnaval volgt de verstilling van de
Veertigdagentijd. Tot eind maart worden wij in de liturgie van de Kerk
bepaald bij de tocht van Christus naar Jeruzalem. Daar zal Hij uitbundig
worden ingehaald maar enkele dagen later worden gearresteerd, gemarteld
en gedood. Met Aswoensdag neemt de Veertigdagentijd een aanvang. De
liturgie van die dag kan ons helpen bij de invulling van de
voorbereiding op het Paasfeest. In het Evangelie luisteren wij naar
Christus die ons oproept om mensen te worden van gerechtigheid, gebed en
vasten. En dat alles niet om zo bij de mensen op te vallen. De Heer
vraagt ons integendeel om in het verborgene goed te doen, ons
gebedsleven gestalte te geven en te vasten. Onze God ziet in het
verborgene en zal het ons belonen.
Verzoenen
Op Aswoensdag lezen wij ook een fragment uit de tweede brief
van de apostel Paulus aan de christenen van de Griekse stad Korinthe. De
Apostel roept de lezers en hoorders van de brief op om zich met God te
verzoenen. De Veertigdagentijd vormt een tijd van bekering. Wij worden
uitgenodigd om op ons bestaan te reflecteren en waar nodig anders te
gaan denken en handelen. Alles wat onze relatie met God heeft beschadigd
moeten wij uit ons leven wegdoen. Paulus schrijft dan geen gemakkelijke
woorden. Hij refereert aan Christus die als liefdevolle rechtvaardige
op het kruis onze liefdeloosheid heeft verzoend en ons zo tot nieuwe
mensen maakt. Maar in de praktijk van het christelijk leven lopen wij
echter steeds weer van Christus weg. Anders gezegd: wij snijden vaak het
leven op eigen maat. Met Christus leven en zijn Evangelie in praktijk
brengen, vormt daarom een levenslang proces. Gelukkig krijgen wij ieder
jaar een Veertigdagentijd om opnieuw dicht bij de Heer te gaan leven en
zijn Evangelie in praktijk te brengen.
Ons hart scheuren
In de liturgie van Aswoensdag luisteren wij ook naar het
getuigenis van het Oude Testament en wel naar de profeet Joël. De
profeet spreekt namens God woorden vol verlangen en hartstocht: Keer tot Mij terug.
Israël breekt door de eeuwen heen regelmatig het verbond dat God met
zijn volk gesloten heeft. Steeds weer horen wij de profeten roepen tot
ommekeer en levensvernieuwing. Joël gebruikt dan op het eerste gehoor
een vreemde beeldspraak. Het volk moet niet de kleren scheuren maar het
hart. Het heeft niet zoveel zin om vanuit boetedoening de kleren te
scheuren. Veeleer vraagt God van ons een vernieuwing van ons hart. Deze
woorden waren niet alleen voor Israël maar ook voor ons anno 2024. Op
weg naar het Paasfeest worden wij uitgenodigd om terug te keren tot de
Heer. Hij is genadig, barmhartig en vol liefde.
Mgr. dr. Gerard de Korte is bisschop van ’s-Hertogenbosch en
referent voor Kerk en samenleving binnen de Nederlandse bisschoppenconferentie.